Wat is de grondslag sparen en beleggen?
De grondslag sparen en beleggen van de Belastingdienst is uw vermogen min het heffingsvrij vermogen. Tot en met 2022 telden we een deel hiervan mee voor de eigen bijdrage.
Hoe werkt het in 2023
Vanaf 2023 kijken we niet meer naar het heffingsvrij vermogen. We werken met een toetsbedrag van € 31.340 (alleenstaand) of € 62.680 (met partner). Het vermogen tot het toetsbedrag telt niet mee voor de eigen bijdrage. Het vermogen boven het toetsbedrag telt wel mee voor de eigen bijdrage. We tellen hiervan 4% op bij het inkomen. Op basis van het inkomen berekenen we de eigen bijdrage.
Grondslag sparen en beleggen 2022 berekenen
Wilt u weten wat uw grondslag sparen en beleggen 2022 is? Hieronder leest u hoe u deze berekent.
- Eerst moet u weten wat uw vermogen is. Dit is de waarde van uw spaargeld, beleggingen en/of een tweede huis (in box 3 voor de inkomstenbelasting). Voor 2022 rekenen wij met uw vermogen van 2020.
- Van dit vermogen trekt u het heffingsvrij vermogen af. Het heffingsvrij vermogen voor 2020 is € 30.846 per persoon. Het bedrag dat u overhoudt, is de grondslag sparen en beleggen.
- Heeft u of uw partner de AOW-leeftijd nog niet bereikt? Dan geldt voor u mogelijk de korting niet-pensioengerechtigde leeftijd.
U vindt het bedrag van de grondslag sparen en beleggen ook op uw aangifte inkomstenbelasting voor 2020.
Wat betekent dit voor mijn eigen bijdrage?
-
Is uw vermogen lager dan het heffingsvrij vermogen? Dan telt uw vermogen niet mee voor de eigen bijdrage.
-
Als uw vermogen hoger is dan het heffingsvrij vermogen, dan telt 4% van de grondslag sparen en beleggen mee voor de eigen bijdrage.
Meer weten
Wilt u meer weten over uw heffingsvrij vermogen? Kijk dan op uw belastingaangifte of neem contact op met de Belastingdienst.